Wereldorïentatie - Vakoverstijgend - PO groep 8

Voorbeeldlessen en topografie
De leerlijn vakoverstijgend wereldoriëntatie bestaat uit diverse onderdelen, namelijk een handreiking, diverse voorbeeldlessen en werkvormen topografie. Klik op 'Download les' om de toelichting te lezen. De inhoud van de voorbeeldlessen wordt hier toegelicht.
Cultuurverschillen
De leerlingen maken kennis met cultuurverschillen die buiten en binnen Nederland plaatsvinden. We behandelen de verschillende manier van elkaar groeten, de muziek en de manier waarop ze dansen.
De stad is een machine
In deze les maken de leerlingen kennis met grote steden. Hoe voelt het er, wat gebeurt er? Aan de hand van zintuiglijke verbeelding leven ze zich in de grote stad in. Vervolgens creëren ze gedichten volgens specifieke spelregels. Wie maakt het langste gedicht? Samenwerken toegestaan!
Aquaduct
In deze les maken de leerlingen kennis met aquaducten. En hoe leer je de techniek van een aquaduct nou beter begrijpen dan er zelf één te bouwen? De leerlingen gaan het schoolplein op en bouwen hun eigen aquaducten.
Slavernij
Door middel van een filmpje worden de leerlingen meegenomen in de tijd van de slavernij. Hoe voelt het om gevangen en vastgebonden te zijn? De leerlingen onderzoeken de beperkte bewegingsvrijheid die de slaven hadden en maken daar een slavendans van.
Poppen in de hoofdrol
De leerlingen ontdekken dat ze zelf ‘scharnierpunten’ in hun lichaam hebben. Ze onderzoeken hoe ze als een marionetten voortbewogen kunnen worden. Ze maken een korte act met een ‘levende marionet en een poppenspeler en presenteren deze aan de groep.
Veranderend lijf
Als je in de puberteit komt, verandert er veel in je lijf. Uiterlijk, innerlijk en ook qua gevoel. Hoe gaat dat in zijn werk en hoe ga je ermee om?
Topografie (groep 5-8):
- Verbeelden in de ruimte (theater). De leerlingen worden zich bewust van de provincies en hoofdsteden van de provincies ten opzichte van elkaar en hun onderlinge afstanden.
- Souvenirs en ansichtkaarten (theater). De leerlingen worden zich bewust van de provincies en hoofdsteden van de provincies ten opzichte van elkaar en hun onderlinge afstanden. De leerlingen worden zich bewust van Europese landen en hoofdsteden. Ook worden ze zich bewust van hun verschillende culturen als aanknopingspunt voor topografische kennis.
- Her-inneren, her-uiteren (literatuur). De leerlingen kunnen van hun vakantieherinneringen een kort verhaal maken en dit delen. Door hun herinneringen aan bepaalde locaties te delen, gaan de betreffende locaties ook voor de rest van de klas meer leven.
- Rijmreizen (literatuur). Door op een andere manier te ‘selecteren’, maken leerlingen een heel andere verbinding met topografische namen dan ze normaliter doen. En doordat ze over deze namen rijmen, moeten ze zich een beetje verdiepen in de gevonden plaatsen, zodat ze er iets over kunnen zeggen.
- We zingen de topografie! (muziek). De leerlingen leren, begrijpen en onthouden de topografie van Nederland, Europa en de wereld.
- Volksliederen (muziek). De leerlingen maken kennis met het verhaal achter het topografische onderwerp waar ze over moeten leren en leren een kenmerkend lied (in de stijl) van het desbetreffende werelddeel.
- Vlaggetjes prikken (beeldende kunst). De leerlingen leggen een verbinding tussen een visueel beeld (en ervaring) met een fysieke plaats op een kaart.