Basisreeks - Erfgoed - PO groep 2

Spelen in het Westland
Les 1:
Elke leerling mag zijn of haar favoriete knuffel meenemen en mag vertellen waarom deze knuffel de liefste is. Hierbij worden de zintuigen ingezet: mooi, zacht, ruikt lekker, proeft lekker. Op een toontafel worden de knuffels op zintuigelijke ervaring bij elkaar gezet.
Les 2:
Elke leerling mag een stuk speelgoed meenemen dat hij of zij gekregen heeft van iemand die speciaal voor hem of haar is. De leerling mag aan de groep vertellen van wie en waarom hij/zij het heeft gehad. Hierbij wordt het begrip waardevol gekoppeld aan een special persoon en/of een speciale gelegenheid. Op een toontafel wordt het speelgoed gegroepeerd.
Les 3:
Elke leerling mag een stuk speelgoed meenemen waarmee hij/zij vroeger gespeeld heeft, maar waar de leerling nu te oud voor is. Dit kan ook iets zijn waar een jonger broertje of zusje mee speelt. De leerlingen leren vertellen over hun eigen verleden en respect hebben voor het speelgoed waar ze te oud voor zijn.
Les 4:
De leerlingen mogen vertellen waar ze later mee willen spelen, maar wat nu nog niet mag. De leerlingen maken met de groep een collage van afbeeldingen van speelgoed. Ook bedenken ze wat ze met hun huidige speelgoed gaan doen en wat ze willen bewaren voor later.
Les 5:
De leerlingen leren dat kinderen vroeger weinig of geen speelgoed hadden en zelf speelgoed verzonnen en maakten. De leerlingen denken na over wat je zelf kan maken en wat je daarvoor nodig hebt.